ditjes en datjes
ik zat laatst op het terras in ‘t stad.
we hadden het over de ditjes en de datjes die zich afspelen in Antwerpen, waarop ik iets zei, beginnende met: ‘ach, wij Antwerpenaars’.
van iemand die ik overigens ontzettend graag mag, kreeg ik een fronsende blik, want ik ben toch geen Antwerpenaar ?
die fronsende blik krijg ik regelmatig trouwens en dat doet me wat.
kippenvel en tranen
mijn grootmoeder was van hier en sprak altijd met weemoed over wat zij beschouwde als thuis.
mijn jongens zijn geboren en getogen in ‘t stad en ikzelf vier morgen een feest èn een fuif omdat ik hier mijn halve leven woon.
zo’n zin in !
ik bouw mee aan het Antwerpen van morgen dmv mijn foto’s.
die konden mensen zien op de kleine pleintjes en in de grote musea.
ik had zelfs de burgemeester al voor mijn lens, samen met vele andere trotse Antwerpenaars.
Antwerps leerde ik van Slongs
en bij ‘mijn stad’ van Tourist LeMC krijg ik kippenvel (vooral van de remix).
er is trouwens nog een ‘mijn stad’ van Stef Bos, tranen.
Antwerpenaar
we leven in een tijd waarin mannen zich identificeren als vrouwen.
waar vrouwen zich identificeren als mannen maar wel hun baarmoeder behouden zodat ze een baard kunnen laten groeien,
maar ook een baby, als ze dat willen.
ik moet daaraan wennen, dat geef ik toe, maar ik accepteer en respecteer het met heel mijn hart.
voor mij hoef je jezelf niet te identificeren als.
voor mij bèn je.
tja, mijn ‘Hollands’ accent gaat nooit weg.
gelukkig maar, want mijn hart is oranje.
ik draag altijd een bloem in mijn haren en eet nooit iets zonder chili.
ik ben getrouwd in Berlin en thuis spreek ik Duits.
dat had ik nooit zo gepland maar wat een cadeau want Duits is zo wauw
(en mijn man ook).
ik ben een vrouw.
ik ben een ‘Hollandse’.
ik ben een ‘Exotische’.
ik identificeer me niet als Antwerpenaar.
ik bèn Antwerpenaar.